Vrije School Utrecht
Omschrijving


Aula voor evenwichtige ontwikkeling
In de Vrije School zijn de kunstzinnige vakken van centrale betekenis. Ze worden gekoesterd vanwege de aandacht voor de evenwichtige ontwikkeling van de kinderen en zijn volledig verweven met de andere vakken. Vakken zoals rekenen, taal en aardrijkskunde bijvoorbeeld zijn gekoppeld aan creatieve activiteiten van de kinderen. Toen de Vrije School in Utrecht in de jaren tachtig de mogelijkheid kreeg zich in een bestaand gebouw te vestigen, grepen ze dat aan omdat de locatie gunstig was gelegen, midden in de levendige Utrechtse binnenstad.
In 1993 is de voormalige lagere St. Gregoriusschool aan het Vrije School-onderwijs aangepast. Dat bleek in de hoekschool uit 1902 goed te realiseren. Bij de verbouwing zijn twee nieuwe ruimtes gecreëerd. Op de zolder is een handvaardigheidsruimte gecreëerd, voor een van de creatieve vakken waar kinderen individueel in de weer kunnen zijn. Een grotere ingreep betrof de transformatie van de gymzaal op de begane grond, die is uitgebreid en herschapen in een grote aula/toneelruimte met berging. Het interieur heeft met veel natuurlijke houttinten en zachte kleuren een warme uitstraling. Hier kunnen de kinderen op een sociale, interactieve wijze allerlei uitvoeringen houden en bijeenkomen tijdens de jaarlijkse vieringen. De school werkt met (vrij grote) groepen tot 32 leerlingen: de mogelijkheid voor leerlingen om in andere samenstellingen in de vaklokalen te werken ontlast de stamgroepruimtes.
De ontwerpers van de verbouwing (Orta Atelier) speelden in op de overmaat in het gebouw. In dit geval kon de gymzaal worden uitgebreid tot aula, omdat die wat teruggeschoven lag ten opzichte van de straat. En de zolder was een grotendeels ongebruikte ruimte onder de kap. In 2010 is het gebouw weer aangepast in de vorm van enkele interne ingrepen en de toevoeging van een lokaal op het dak van de gymzaal (ontwerp Bakers architecten).
Literatuur
-B. van Santen (2007): Scholen in schoonheid. Tweehonderd jaar Utrechtse basisscholen, Utrecht Matrijs, p. 37-38
Analysetekening

