De opdrachtgever en de architect - Met visie een bestaande school verbouwen
Voorbeelden
Om tal van redenen willen gebruikers van basisscholen en kindercentra hun bestaande gebouw aanpassen en anders gebruiken. Praktijkvoorbeelden van verbouwde scholen waarbij de opgave integraal is opgelost, kunnen inspireren om voor een ontwerpbenadering te kiezen waardoor het gebouw zijn waarde ook op de lange duur behoudt. Een goede dialoog tussen opdrachtgever en architect is daarbij van waarde.
Aandachtspunten
-Benader een verbouwing niet als ad-hocingreep, maar als integrale ontwerpopgave.
-Het is van belang dat levensduurverlengede renovaties in het bekostigingsstelsel worden opgenomen
-Schep ruimte voor de kwalitatieve dialoog tussen architect en opdrachtgever.
-Er worden nu veel nieuwe procedures vastgesteld waarin onvoldoende rekening is gehouden met de inbreng van de opdrachtgevers.
Voorbeelden
-Integrale verbouwing: Jenapleinschool, Zwolle
-Benutten van overmaat: Brede School Osdorp, Amsterdam
Aanpassen als integrale ontwerpopgave
Een structurele verbouwing van een bestaand schoolgebouw begint bij een duidelijke visie van de basisschool op de wijze waarop het onderwijs en andere processen plaatsvinden. Maar anders dan bij nieuwbouw moet onderzocht worden of het bestaande gebouw nog passend te krijgen is voor deze visie. Een architect kan een goed oordeel geven over de mogelijkheden en beperkingen van het gebouw in relatie tot de onderwijsvisie. Het vraagt veel creativiteit om een verbinding te maken tussen visie en gebouw. En soms moet geconcludeerd worden dat een verbinding niet meer mogelijk is, anders dan met heel grote en dure kunstgrepen.
In de praktijk worden veel verbouwingen ad hoc uitgevoerd. Dat geldt niet alleen voor functionele aanpassingen, maar ook voor duurzaamheidsmaatregelen en technische verbeteringen. Een lange rij van incidentele wijzigingen ondermijnt de oorspronkelijke gebouwvisie zonder dat er een nieuwe visie voor in de plaats komt. Het gebouw slibt dicht en de waardering neemt af. Neemt de waardering voor het gebouw eenmaal af, dan dreigt een neerwaartse spiraal van onvrede, afnemende leerlingenaantallen en verminderende inspanningen om de school aantrekkelijk te houden. Op den duur lijkt dan vervanging door een nieuw gebouw de enige uitweg. Praktijkvoorbeelden van verbouwde scholen waarbij de opgave integraal is opgelost, kunnen inspireren om tijdig voor een integrale ontwerpbenadering te kiezen.
Het bestaande bekostigingsstelsel is overigens een struikelblok. De huidige wetgeving biedt onvoldoende mogelijkheden om bestaande gebouwen grootscheeps aan te passen aan een veranderende onderwijsvisie. In het bekostigingsstelsel komt een begrip als ‘levensduurverlengende renovatie’ niet voor. Bij de omgang met bestaande schoolgebouwen is de aandacht primair gericht op het technische onderhoud. Maar een gebouw passend maken voor een veranderende onderwijsvisie verloopt veel moeizamer. Het is van groot belang dat zulke levensduurverlengende renovaties in het bekostigingsstelsel worden opgenomen.
Dialoog opdrachtgever en architect
Opdrachtgevers hebben als gebruikers veel belang bij een goede verbouwing, maar ze hebben onvoldoende tijd en kennis om de kwaliteit te beoordelen. Doordat de belangrijkste beslissingen bij veel bouwprocessen steeds verder naar voren schuiven, moeten de opdrachtgevers beslissingen nemen zonder voldoende inzicht in de consequenties. Deze nieuwe bouwprocessen zijn ontstaan vanuit de wens naar meer zekerheid in het proces en de kosten. Nieuwe verbouwingsprocedures worden meer en meer gestuurd op snelheid, financiële sturing en risicomijding. Er wordt onvoldoende meegewogen dat de direct betrokkenen zoals leerkrachten, directie en bestuurders leken zijn en tijd nodig hebben om de plannen te verwerken. Hun inbreng is essentieel om voor een lange tijd een gewaardeerde school te realiseren. Maar door het ontbreken van tijd om de plannen te doorgronden is hun bijdrage minimaal. Architecten kunnen met een bindende opstelling een bijdrage leveren.
Een goede dialoog tussen opdrachtgever en architect is nog steeds van waarde, zo vinden opdrachtgevers en architecten. Maar door nieuwe bouwprocessen is deze dialoog steeds minder vanzelfsprekend. Het is waardevol om de processen zo te organiseren dat de dialoog tussen opdrachtgever en architect in stand kan blijven. Hij kan de opdrachtgever helpen de consequenties te doorgronden. De puzzel om het bestaande schoolgebouw weer in overeenstemming te krijgen met de visie van de school, is de centrale uitdaging.
Meer lezen?
In de Scholenbouwtlas. Verbouwen als nieuwe opgave voor basisscholen en kindcentra ( het boek), staat een uitvoeriger tekst over dit onderwerp.
(Afbeelding: Jenapleinschool, Zwolle, foto Ruud Ploeg)